Twintig jaar geleden, op 3 maart 2005, overleed Michels. In de Ajax Doc 'De Generaal van Ajax' halen we in een speciale setting herinneringen op aan de trainer die Ajax naar de top bracht. Onder leiding van presentator Kees Jansma vertellen Sjaak Swart, Klaas Nuninga, Heinz Stuy en Salo Muller over het werken met en onder Michels. De Ajax Doc gaat dinsdagavond 18 maart – op de 125e verjaardag van Ajax – om 21:00 uur in première bij ESPN 1.
Plaats van handeling voor het vraaggesprek was een schoolgebouw, verwijzend naar de beroepsachtergrond van Michels. Al snel gaat het over de periode waarin Michels als trainer instapte. Hij begon in de zomer van 1965, na een seizoen waarin Ajax bijna was gedegradeerd, en pakte direct de titel.
"Michels heeft echt het professionaliseren van Ajax in gang gezet. We waren in die tijd semi-profs en hij wilde van ons full profs maken. Voor dat proces was hij fantastisch en de juiste man", vertelt Nuninga, die al snel respect kreeg voor Michels. "Hij was een autoriteit. Naar hem luisterde je gewoon, dat dwong hij af. Discipline en het collectief waren voor hem heel belangrijk."
Swart: "Zijn trainingen waren fantastisch. Een voetballer wil gewoon bezig zijn met de bal en niet dat domme gelul over steeds vijf of tien kilometer rennen. We deden ook veel kopwerk. Michels was zelf als speler een specialist. Hij kon geweldig koppen, net als Henk Groot."
Docent dovenschool
Het indrukwekkende stemgeluid van zijn oude trainer kan keeper Heinz Stuy nog als de dag van gisteren herinneren. "Michels was ook docent op de dovenschool. Hij had een luide stem en zo sprak hij ook de spelers toe. Fantastisch."
Fysiotherapeut Salo Muller groeide uit tot vertrouwenspersoon. "Voor de tijd van Michels kwam ik altijd pas na de trainingen. Hij zei al snel: 'ik wil dat jij hier voor, tijdens en na de trainingen bent. En niet pas als het de spelers of jou uitkomt'. Ik was er sindsdien altijd. Sjaak en ik waren altijd als eerste in de kleedkamer, ruim van tevoren."
Michels betrok Muller ook wel eens in het besluitvormingsproces. "Ik heb hem wel eens beïnvloed, ja", vertelt hij desgevraagd. "Een voorbeeld: Sjaak kon in die tijd een periode slecht slapen. Na een wedstrijd zei tegen Michels tegen mij: 'wat was dat nou weer met Sjaak? Moet je niet weer eens met hem gaan praten?'. Ik zei toen tegen hem dat het vanzelf weer goed zou komen. En dat kwam het ook."
Was de definitieve doorbraak voor het opkomende Ajax onder Michels in Europa het gewonnen drieluik met Benfica in 1969? "Ja", wordt er volmondig geantwoord. Swart toevoegend: "Benfica was tien jaar ongeslagen op eigen veld."
Korte training in Lissabon
Stuy herinnert zich nog een mooie anekdote uit die tijd. "Op dinsdagavond moesten we trainen in het stadion van Benfica, zo’n training duurde altijd een uur. Na een halfuur zei Michels opeens: 'inpakken, ballen mee. We gaan naar het hotel'. De spelers schoten alle ballen erin. 'Dit moeten we vasthouden', zei Michels. De volgende dag stonden we in de eerste helft met 0-3 voor."
Michels' finest moment met Ajax was het winnen van de Europa Cup 1, de eerste uit de clubgeschiedenis, in 1971. In de finale werd Panathinaikos met 2-0 verslagen.
Nuninga was er inmiddels niet meer bij. Hij kwam in 1969 niet meer in de plannen van Michels voor. Hoewel Nuninga een slecht gevoel overhield aan de manier waarop dat richting hem gecommuniceerd werd, is hij niet rancuneus. "Nee, zo zit ik niet in elkaar. Ik heb groot respect voor Rinus Michels. Hij heeft Ajax van semi profs naar fulls profs en veel meer gebracht en was daarvoor de juiste man."
Ook Swart spreekt lovende woorden. "Ik heb een fantastische carrière gehad, grotendeels ook door hem."
Waar Michels ook blijvend aan herinnerd zal worden, is de EK-winst met Oranje in 1988. Nog altijd de enige hoofdprijs uit de historie van het Nederlands elftal.
Humor en sarcasme
Voormalig Ajax-trainer Ronald Koeman was een belangrijke kracht en komt in de Doc ook aan het woord. "In die tijd was hij al wat ouder en daardoor misschien ook wel iets menselijker naar zijn spelers toe. Hij had geweldige humor, maar kon ook sarcastisch zijn. Cynisme was hem ook niet vreemd. Hij had echt wel een klik met de groep. In 1988 hadden we al veel meegemaakt en alles viel toen samen. Daar was hij een heel belangrijk onderdeel van."