We schrijven het seizoen 1970/1971. De eerste seizoenshelft is al flink gevorderd als assistent-trainer Bob Haarms en zijn secondant Nol Boerkoel in het najaar van 1970 op pad gaan om een speler van 1860 München te beoordelen. Ajax is onder hoofdtrainer Rinus Michels hard op weg een vaste plek te veroveren in de Europese top.
Fraai aandeel
Horst Blankenburg is de speler die moet worden beoordeeld. De dan 23-jarige West-Duitser is een intelligente en multifunctionele voetballer. De Ajacieden zijn niet voor niks naar Zuid-Duitsland afgereisd, zo blijkt al snel. Haarms en Boerkoel zien Blankenburg als libero uitblinken tegen Mannheim. De Beierse club wint het Bundesliga-duel met liefst 5-0. De ‘vrije’ centrumverdediger van 1860 München heeft een fraai aandeel in maar liefst drie van de vijf doelpunten.
Haarms zal die uitstekende statistieken met tevredenheid hebben genoteerd op de papieren die ruim een halve eeuw later behoren tot de collectie van Ajax Erfgoed, de afdeling die het clubarchief beheert. Buiten de blinkende Europa Cups kan dat erfgoed dus ook bestaan uit een lovend scoutingsverslag van een iconische assistent-trainer.
"Toen ik na de wedstrijd uit de kleedkamer kwam, klopte iemand op mijn schouder", herinnert Blankenburg zich nog goed aan de vooravond van zijn 75e verjaardag. "'Mijn naam is Bobby Haarms. Ik kom van Ajax. U heeft goed gespeeld en hoort nog van ons', vertelde hij. Ik was verrast natuurlijk, ook omdat ik niets wist van de interesse uit Amsterdam."
Voetbalbaas Michels
Haarms moet het verslag na zijn terugkeer in de Watergraafsmeer direct met zijn voetbalbaas Michels hebben besproken. De observaties bieden een fraai inkijkje in de scouting van vijftig jaar terug. Naast de beoordeling van allerlei belangrijke vaardigheden, zijn vooral de geschreven passages het teruglezen waard.
Enkele fragmenten in de authentieke spreek- en schrijftrant van Haarms:
'Hij (Blankenburg, red.) speelt libero op een zeer speciale manier', noteerde Haarms in 1970. 'Hij speelt bij balverlies ook echt libero. De andere verdedigers passen straffe mandekking toe. Passeert één van de tegenstanders deze verdedigers dan springt hij in. Ook als een tegenstander vrij komt uit het middenveld, gaat hij op deze aanvaller af of storen.'
Blankenburg: "Ik kon op het middenveld spelen, maar ook in de verdediging, als laatste man. Dat was ook mijn lievelingspositie. Ajax wist dat Velibor Vasovic (in 1970/1971 aanvoerder van Ajax, red.) na het seizoen weg zou gaan. Ik werd dan ook voor zijn positie, centraal in de defensie gehaald."
Terug naar het scoutingsrapport. 'Bij balbezit kiest hij direct een vrije positie (…) waarbij hij altijd de bal krijgt en dan zeer veel gevaar sticht in de verdediging van de tegenpartij. (…) Hij schroomde niet om ver in de defensie van de tegenpartij door te dringen.'
'Verschrikkelijke conditie'
'Bij deze speelwijze moet je een verschrikkelijke conditie hebben, die hij dan ook bezit want hij was steeds weer op tijd in zijn verdediging als de tegenpartij in balbezit kwam.'
Het scoutingsrapport miste zijn uitwerking niet. De club had de opvolger van de na het seizoen afzwaaiende Vasovic in het vizier. Ajax handelde snel en haalde Blankenburg kort daarop naar De Meer. Dat moest ook snel, want anders had de West-Duitser het nieuwe jaar moeten beginnen met het vervullen van zijn militaire dienstplicht. Blankenburg had dan als voetballer noodgedwongen een pauze moeten nemen.
"God zij dank is het zover niet gekomen", is de opluchting bij de oud-Ajacied ook decennia later nog hoorbaar. "Begin 1971 moest ik in dienst bij de Bundeswehr. Dat zag ik zeker niet zitten. Gelukkig kwam Ajax snel. Op 14 december 1970 was ik voor het eerst in Amsterdam en maakte ik kennis met iedereen."
Een week na zijn entree in Amsterdam maakte Blankenburg al zijn officiële debuut. In de Klassieker Feyenoord – Ajax (op 20 december 1970 werd het 1-1) toonde de aanwinst direct zijn klasse. "Dat was verrassend snel. Toch was dat eerste seizoen niet makkelijk voor me. Vooral omdat ik geen Stammplatz (basisplaats) had. Vasco speelde heel goed en de trainer had dus geen reden om te wisselen. Ik speelde toen ook duels in het tweede elftal, waarvan Haarms de trainer was. Bob werd een heel goede vriend."
Na het vertrek van Michels in de zomer van 1971, promoveerde Blankenburg onder de nieuwe hoofdtrainer Stefan Kovacs wel tot basiskracht. "Ik heb toen als libero bijna alles gespeeld."
Belangrijk aandeel
Het werd een goed en vooral ook zeer vruchtbaar (lees: succesvol) huwelijk, tussen de club en de West-Duitser. Blankenburg had in 1971, 1972 en 1973 een belangrijk aandeel in de winst van de drie belangrijkste Europa Cups. De eerste geboren en getogen Duitse Ajacied leverde een fraaie bijdrage aan de wereldwijde naam en faam die Ajax begin jaren zeventig verwierf.
"Ik heb mijn mooiste voetbaltijd in Nederland gehad. Met daarbij ook een paar mooie seizoenen in de Verenigde Staten. In Amsterdam heb ik me altijd welkom gevoeld. Ik heb daar ook veel vrienden gemaakt. De kameraadschap was fantastisch. Ajax was mijn thuis."