Ünüvar zag het levenslicht in Zaandam en begon op zijn achtste levensjaar zijn voetbalavontuur bij Ajax, waar hij zijn talent als spits ontplooide. Hij beschouwt zijn snelheid als een van zijn voornaamste kwaliteiten, waardoor hij met gemak de diepte in gestuurd kan worden. Daarnaast blinkt hij uit in het maken van doelpunten. Ongeacht het moment van de wedstrijd, zijn toewijding aan het team blijft onverminderd hoog.
Begin bij Ajax
"Ik was best wel klein. Volgens mij zei mijn vader dat ik een stage moest doen en toen ik aankwam bij de tafel vertelde ze dat ik aangenomen was. Ik weet nog precies dat ik verbaasd reageerde", vertelt Emre.
Future Cup
Tijdens het interview krijgt Emre een videoboodschap van zijn grote broer Naci te zien. Hij wenst de jonge spits veel succes en plezier met het spelen van de Future Cup. "Hij zegt vaak tegen me dat het een mooi toernooi is. Door deze videoboodschap en het feit dat hij zegt dat ie komt kijken, geeft me dat nog meer een boost. Het is een toernooi waar veel media is en waar veel mensen komen kijken. Het is een mooi podium om jezelf te laten zien."
"Ik denk dat we een goed team hebben en dat we ook ver kunnen komen. Als ik namen moet noemen: Sean Steur en Haniël Pereira Da Gama. Ik speel met Sean als sinds de O8 samen. Wij weten van elkaar wat we gaan doen, hetzelfde geldt voor Haniël."
"Mijn verwachting is dat er veel mensen komen kijken, dat er een hoog niveau is en dat ons team daarmee geprikkeld wordt om de Future Cup te winnen. Ik zag de regels en ik denk dat het in ons voordeel kan gaan werken. Als we de finale hebben gewonnen en ik de topscorer van het toernooi ben is mijn Future Cup-droom uitgekomen."
Brobbey
Op de vraag wie Emre zijn favoriete speler aller tijden van Ajax is noemt hij Brian Brobbey. "Als ik zie hoe hij de tweede seizoenhelft is gaan voetballen. Hij scoort veel makkelijker en houdt de ballen goed vast. Ik weet dat de ballen van achter niet de makkelijkste zijn om te ontvangen. Hoe makkelijk hij ze dan toch verwerkt en wegdraait bij zijn tegenstander of medespelers wegstuurt, dan denk ik altijd in het stadion: wat doet hij dat goed."