'Wij gaan van Ajax samen een Europese topclub maken'

Vanderlem1920
Vanderlem1920

Als Gerard van der Lem praat, dan luister je. Het is zijn bevlogenheid, Amsterdamse tongval, branie en humor. Het werkt als dopamine voor je brein. Van der Lem komt op uitnodiging praten over Ajax – AC Milan van 30 jaar geleden: 14 september 1994. Ajax wint met 2-0 in het Olympisch Stadion. Het duel is het begin van een zegetocht door Europa.

Tags

  • #OnThisDay
  • #VanderLem

Socials

Af en toe pakt de inmiddels 71-jarige voormalig assistent-coach wat spulletjes erbij die er voor hem op tafel liggen; een autosleutel, kopje koffie of koekje. Zo demonstreert hij precies hoe hij samen met Louis van Gaal ruim dertig jaar geleden een formidabel elftal kneedde.

"Als de back van de tegenstander hier stond", doceert Van der Lem, terwijl hij z’n autosleutel op de hoek van de tafel legt. "Dan wilden we dat Marc Overmars hier ging staan, dat ie een strakke bal aangespeeld kreeg en dat hij dan één-op-één ging met zijn directe tegenstander. Dan was ie op zijn best en kon hij de voorzet geven. We haalden Patrick Kluivert en Jari Litmanen erbij op de training en zetten er een verdediger bij. Die verdediger koos dan een man en dan moest Marc daarop anticiperen en de vrije man vinden. We bleven het oefenen, oefenen, oefenen."

Uit het spreekwoordelijke boekje
De 2-0 in de wedstrijd van exact dertig jaar geleden blijkt dus allerminst toeval. De goal van Litmanen tegen het grote AC Milan is exact uit het boekje. De voorzet van Overmars, de knal van de Fin. 

Beide spelers (Litmanen en Overmars) waren mannen die mede op voorspraak van Van der Lem naar Ajax kwamen. "We zochten nog een buitenspeler", vertelt Van der Lem verder. "Ik ben gaan kijken naar Bart Latuheru, die kostte 2.5 ton. En Marc, daar moesten we zeven ton voor betalen. Arie van Os, financieel directeur, wilde de deal gaan rondmaken met Latuheru. Maar ik wilde Marc. Er gingen een paar weken overheen, voordat we Richard Witschge voor zo’n zeven miljoen gulden verkochten aan FC Barcelona. Toen die deal rond was, zag ik dat op tv en ben ik Louis gaan bellen. 'Nu moeten we Marc halen', zei ik. Louis antwoordde dat de medische keuring met Overmars de dag daarop zou volgen. Het was dus al in gang gezet."

Oude bekenden
Van der Lem praat graag over zijn tijd in Amsterdam. Op voorspraak van Van der Lem zelf, hebben we afgesproken op de Toekomst. Bekende grond voor hem. Het blijkt ook als Jan Wouters, Fred Grim, Dick Schoenaker en David Endt stuk voor stuk binnenlopen. Allemaal slaan ze af richting Van der Lem, die hen een voor een ook begroet met een innige knuffel. Anekdotes vliegen over tafel en herinneringen krijgen weer een prominentere plek.

Hoewel de zeventiger in twee periodes tussen 2002 en 2006 de Toekomst als werkvloer had, begon zijn Amsterdamse avontuur in de staf van Ajax op Voorland, het trainingscomplex van Ajax voor het Amsterdamse De Meer.

Daar op Voorland werd de basis gelegd voor de overwinning in het Olympisch Stadion tegen grootmacht AC Milan en later dus de zegetocht in Europa. Van der Lem kende Ajax als jeugdspeler, maar keerde in 1990 definitief terug in Amsterdam. Het examen voor zijn trainersdiploma blijkt uiteindelijke een cruciaal moment in zijn carrière.

Van der Lem en Van Gaal
"In mei 1990 moest ik een training geven aan mijn medecursisten. Die training bepaalde of je op dat moment je diploma kon halen. Ik had iets bedacht met verdedigend compact staan, maar zodra je de bal veroverde moest er dan direct een bal diep. Dan moesten er twee of drie man gaan lopen. Dan kon het ook wel eens voorkomen dat je voor niks liep, omdat de bal niet jouw kant op ging. Dan moest je de volgende keer weer gewoon die loopactie maken."

"Ik had Van Gaal ook ingedeeld als speler. Hij was een oud-teamgenoot van me geweest bij Sparta. Hij kwam bij het examen naar me toe en zei: 'Je kan beter het veld aan iedere kant tien meter smaller maken. Dan ga je de bal eerder diep spelen'. Ik zei tegen Louis: 'Zondag is dat veld ook niet tien meter smaller. Moet je horen Louis, als je er geen zin in hebt, ga je eruit. Je zegt het ook omdat je er gewoon geen zin in hebt'. Komt ie later naar me toe: 'Geweldig, Gerard'. Niemand zei ooit wat tegen hem, maar ik wel. Hij ging altijd in discussie."

"Uiteindelijk kreeg ik een acht voor mijn examen. Hij een negen, overigens. ’s Avonds zag ik hem weer na het examen. Hij had in de ene hand een whiskey met ijs en in de andere hand een bacardi cola. Hij zet die whiskey bij mij neer en zegt: 'Proost, een acht. Dat vind jij een mooi cijfer, hè?' Op dat moment was Louis assistent-trainer bij Ajax en werkte ik bij Haarlem. Terwijl we wat drinken zegt hij tegen me: 'Gerard, wij gaan van Ajax een Europese topclub maken'."

Terug naar zijn Ajax
Het blijken profetische woorden. In de zomer van 1990 staat Ajax daadwerkelijk op de stoep voor Van der Lem. De club waar hij als tiener zelf ook voetbalde. "Ik kon eigenlijk naar NAC als hoofdtrainer. Een dag later belde Sparta: of ik daar hoofdtrainer kon worden. Prachtige clubs. Mijn schoonvader zei nog: kletsen kan altijd toch? Dat gesprek is er nooit geweest. Een dag later belde Leo Beenhakker of ik naar Ajax wilde komen. 'Ik zei: Voor wat? Jij bent hoofdtrainer en Louis is je assistent'. Leo zei tegen mij: 'Ik heb de twee mooiste elftallen van de club voor je: de A1 en B1. Die twee teams zaten barstens vol talent. En jij moet het ontwikkelen'."

Dankzij zijn eerste jaren in de jeugd van Ajax had Van der Lem direct een goed zicht op het talent in Amsterdam. In begindagen van de jaren '90 werkt de trainer van de A1 en B1 met jongens als Edgar Davids, Tarik Oulida, Michael Reiziger (niet op onderstaande foto), Clarence Seedorf, Martijn Reuser en Nordin Wooter. Spelers die allemaal een aandeel hadden in het latere Europese succes.

Van Gaal vraagt zijn kompaan uiteindelijk in 1991 bij het eerste, maar met de opmerking of hij ook het tweede erbij kon doen. "We hadden een selectie van zestien spelers. Dat kan je jezelf nu niet meer voorstellen. Maar ik vond de jeugd geweldig om te blijven doen. Als Davids uitviel, kwam Oulida erin. Als Finidi George uitviel, kwam Wooter erin. Dan bleef de speelstijl altijd hetzelfde."

Een kantelpunt
Langzaam vormde het elftal zich tot de succesformatie van 1994/1995. Al struikelde Ajax in het jaar voor het grote succes nog wel over Parma in de Europa Cup II. Achteraf bleek dat duel misschien wel het kantelpunt voor Van Gaal en Van der Lem. Zo haalden ze Frank Rijkaard tegen Parma van het veld, maar voelden ze na afloop direct dat ze daar misschien een fout hadden gemaakt. Ze hadden het elftal niet goed neergezet tegen de Italianen.

Het had ook niet veel gescheeld of Rijkaard had na zijn terugkeer van AC Milan naar Ajax, waarbij hij voor twee jaar tekende, slechts één seizoen in Amsterdam gespeeld. De middenvelder annex verdediger wilde stoppen.

'Het is dat Gerard er was, anders was ik gestopt', vertrouwde Rijkaard Henk ten Cate later toe toen ze samen bij FC Barcelona werkten. Zo vertelde Rijkaard: 'Als ik de gang binnen kwam bij Voorland, dan hoorde ik Gerard in de verte al gieren van het lachen en rende Sjaakie Wolfs achter 'm aan. Dan had Gerard weer wat geflikt. Vuile ellendeling, riep Wolfs dan.' Rijkaard vond dat geweldig, heeft Henk mij wel eens verteld."

Rijkaard werd na dat seizoen van 'de zes positie' gehaald en ging meer als nummer vier spelen. Die omzetting gaf de ploeg het zetje dat ze nodig hadden. Want verder was het niveau al enorm hoog in 1994, stelt Van der Lem nu. Spelers waren al een aantal jaar bij elkaar en de automatismen waren erin geslepen. Toen Van Gaal en Van der Lem in 1994 op Voorland op een training stonden, voelden ze dat ze naar iets speciaals keken.

"Het ging van tak, tak, tak. 'Wat is dit?', vroegen we letterlijk aan elkaar. Het was één keer raken. Het was zo goed. Toen kwam die wedstrijd tegen AC Milan. Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar we speelden die wedstrijd voor mijn gevoel met twee vingers in onze neus. Tegen de Champions League-winnaar van dat jaar ervoor."

'Iedereen kreeg hoop'
Van Gaal noemde het ook geen verrassing dat Ajax won van AC Milan in 1994, maar een eerste test voor het team, die ze glansrijk doorstonden. "Heb ie dat gezegd? Dat heeft ie goed gezegd dan", reageert Van der Lem met onvervalste Amsterdamse tongval. "Het hele stadion kreeg na die wedstrijd hoop. Niet wetende dat het uit zou monden in het winnen van de Champions League."

Na de winst in het Olympisch Stadion won Ajax ook de uitwedstrijd van AC Milan. Opnieuw werd het 0-2. "Wij hadden op dat moment meer weerstand op een training, dan bij wedstrijden in de competitie. Zelfs tegen Feyenoord of PSV. Uiteindelijk werd de derde wedstrijd tegen Milan, in de finale, de lastigste van de drie. Ze hadden zich volledig op ons ingesteld."

Een week voor de winst in Wenen voetbalde Ajax in de competitie nog tegen Feyenoord. Van Gaal wilde zelf de tegenstander in de finale van de Champions League nog een keer aan het werk zien en toog in het weekend van de Klassieker naar Italië. Van der Lem kreeg zodoende de eindverantwoordelijkheid in Rotterdam. Ajax spaarde die middag zelfs een aantal spelers voor de finale van de grootste Europese clubcompetitie.

Na 45 minuten stond Ajax met 0-2 voor in Rotterdam. Van Gaal belde Van der Lem op in de rust. "'Hoeveel is het, Gerard? Ik zeg: het staat 2-0. Hij zegt: joh, dat vind ik jammer. Hebben we nog kansen gehad? Dus ik weer tegen Louis: een stuk of vijf, maar er gingen er maar twee in'. Het werd 0-5, een masterclass. Toen Louis opnieuw belde zei ik: 'Ik neem het maar over van je'. Kijk, wij vonden het heel belangrijk hoe een laatste wedstrijd voor een belangrijke wedstrijd was gegaan. Het goede gevoel neem je gewoon mee."

Dat goede gevoel mondde in Wenen uit in het winnen van de Champions League. De kroon op het werk van Van Gaal en Van der Lem in Amsterdam. "Weet je wat het is. Ik was vijf jaar in dienst bij Ajax. Ik heb van de kinderen geen ouderavond meegemaakt. Ik was elk weekend weg, ging met het tweede op maandagavond naar Kerkrade, maar nam geen dag vrij. We gingen ook alle feestjes af. Zelfs de huldigingen op het balkon gingen bijna vervelen."

"Maar toen het laatste fluitsignaal klonk in de finale tegen AC Milan zag ik iedereen een kant op rennen op het veld. Als trainers vierden we een feestje. Ik ging daarna zitten in de dug-out en toen ineens dacht ik: wat ben ik moe. Ik voelde daarna in mijn borstzakje en vond nog één sigaret. Ik stak 'm op en dacht: ik weet waarvoor ik alles heb gedaan."

Gerelateerde artikelen

Ajax1280

On This Day l Memorabele thuiszege op AC Milan

Het UEFA Champions League-seizoen 1994/1995 zal voor altijd beklijven vanwege de winst in de finale tegen AC Milan. De Aiacieden kwamen de Italiaanse opponent die jaargang ook al tegen in de groepsfase. Op 14 september 1994 won Ajax zijn allereerste wedstrijd ooit in de Champions League met 2-0 van Milan door goals van Ronald de Boer en Jari Litmanen.

Tags

  • #OnThisDay

Socials

Blind Sar F De Boer Thumb

Ajax Doc | '1995 - We are the Champions'

Op 24 mei 1995 vierden de Ajacieden de vierde triomf van de club als kampioen van Europa. In de documentaire '1995 - We are the Champions' blikken verschillende clubiconen terug op een magisch voetbaljaar.

Tags

  • #UCL

Socials

Header Rijkaard Artikel 880

Met terugkeer Rijkaard viel alles op zijn plaats

Het is donderdag, 8 augustus 2024, op de kop af 31 jaar geleden dat Frank Rijkaard zijn officiële rentree bij Ajax maakte. De Amsterdamse middenvelder had na zijn vertrek bij Ajax in september 1987 bij AC Milan onder andere twee keer de Europa Cup I (de latere UEFA Champions League) en twee keer de Wereldbeker voor clubteams gewonnen. Bij Ajax voegde hij bij zijn terugkeer gelijk weer een prijs toe aan zijn imposante totaal. Ajax won de Super Cup. Belangrijker nog. Trainer Louis van Gaal kon met hem bouwen aan een elftal dat in 1995 de Champions League won.

Tags

  • #OnThisDay

Socials