De zomer van 1964 was in meerdere opzichten bijzonder voor Nuninga. Hij verdiende een overgang naar Ajax en stapte in het huwelijksbootje.
“Ik was verloofd met Simone. Ik ben naar haar toe gegaan en heb gevraagd: ‘voel je er wat voor om mee te gaan?' Ze zei ja en toen we gingen trouwen was het hele bestuur van Ajax aanwezig. Dat vond ik fantastisch.”
Snelle deal
Ajax nam Nuninga over van GVAV en de oud-aanvaller weet nog dat Ajax-voorzitter Jaap van Praag er geen keiharde onderhandelingen van maakte. “Op gegeven moment vroeg Jaap aan mij wat ik moest kosten. Toen ik zei dat ik dat niet wist, vroeg hij het nummer van de voorzitter van GVAV. Jaap stelde de vraag opnieuw, waarop de voorzitter zei: ‘250 duizend gulden’. Jaap antwoordde direct: ‘verkocht’. In één keer.”
Nuninga was daarmee in één klap de duurste speler op de Nederlandse velden. Gezien de verwachtingen die daarmee gepaard gingen, kwam het goed uit om direct aan klantenbinding te doen. “Het was één van de mooiste goals, maar ook één van de belangrijkste. Als je jouw debuut maakt voor Ajax helpt dat absoluut.”
Warm welkom
Vooral het applaus dat vanaf de tribunes neerdaalde, staat Nuninga nog helder voor de geest. “Het was fantastisch, een mooie staande ovatie. Ik was op dat moment de duurste speler van Nederland. Het was als het ware of ze mij wilden helpen, dat gevoel gaven ze die Amsterdammers.”