Van de zeventig spelers die op dat moment ooit met Ajax een finale om een Europa Cup, Supercup of Wereldbeker speelden, waren er die avond maar liefst 49 actief. In de hal van het Amsterdamse Hilton Hotel druppelden de spelers in de middag een voor een binnen. Bij iedereen verscheen er een grote glimlach op het gezicht na het betreden van het hotel. Het was handen schudden en omhelzen in Amsterdam. Het middagdeel stond in het teken van weerzien, herinneringen ophalen en het lachen met oude vrienden.
Grootheden in ArenA
In de avond traden de Ajacieden aan in een uitverkochte ArenA. De kleedkamers waren aangekleed met prachtige Ajax-shirts voorzien van een rugnummer en naam. Met passend gevoel voor traditie zorgde de organisatie ervoor dat de stervoetballers met hun 'eigen' nummer speelden. Sjaak Swart met 8, Johnny Rep met 16, Piet Keizer met 11, Stefan Pettersson met 9 en Johan Cruijff met 14, want dat was logisch.
Cruijff was de initiatiefnemer van de wedstrijd die in het teken stond van 'Dertig Jaar Finales'. De voetbalavond werd in tweeën gedeeld, waarbij de helden van weleer als eerste in actie kwamen en een onderlinge wedstrijd speelden. Onder meer Tonny Bruins Slot was de trainer van het ene elftal dat bestond uit onder meer Cruijff, Keizer, Swart, Frank Rijkaard, Arie Haan, Heinz Stuy, Gerrie Mühren, Johan Neeskens en Horst Blankenburg. Het andere team werd gecoacht door Rinus Michels en Bob Haarms en had spelers als Ruud Krol, Barry Hulshoff, Henk Groot, Rep, Wim Suurbier, John van ’t Schip, Arnold Mühren en Pettersson in de gelederen.
De spelers werden een voor een het veld opgeroepen. Onder luid applaus en met veel gezang werd iedere Ajacied onthaald. Daar liepen de allergrootsten en de mensen op de tribune en langs het veld waren ontroerd. Bij de opkomst van Cruijff galmde 'Johan, Johan, Johan' door het stadion.
Na de mooie aftrap van Rob de Wit ontstond er een prachtig schouwspel op het Amsterdamse veld. De mensen genoten met volle teugen van de aanwezigheid van de Ajax-grootheden. Cruijff beheerste de magie van de bal nog altijd tot in zijn tenen. Iets wat de aanwezige fans op dat moment nog niet wisten was de opwachting binnen de lijnen van Marco van Basten.
Entree Van Basten
Even daarvoor twinkelden zijn ogen toen hij de kleedkamer inliep en alle Ajacieden bij elkaar zag. Van Basten was ook uitgenodigd, maar zou niet meedoen. De werking van het moment zorgde ervoor dat hij overstag ging. "Is er nog een shirt voor mij?", vroeg de oud-spits. Shirt aan, schoenen gestrikt en het publiek wist nog van niets. Het was een speciaal hoogtepunt op een bijzondere dag: het invallen van Van Basten. Het betekende zijn terugkeer op het veld nadat hij gedwongen was gestopt met voetballen na een hardnekkige enkelblessure.
Het publiek rees op. Cruijff en Van Basten samen op het veld: het was een prachtig moment. De combinaties van het tweetal bracht Van Basten enkele keren oog in oog met de keeper die zo vaak zijn eigen keeper was: Stanley Menzo. De spits scoorde die avond eenmaal op aangeven van Cruijff. Jan Wouters scoorde tweemaal voor de andere ploeg op een onvergetelijke avond.
Tweede duel
Naast het duel met de Ajax-iconen was er nog een wedstrijd: Ajax tegen FC Barcelona. In kleedkamer 1 zat een mengeling van op dat moment huidige en vroegere Ajacieden door elkaar voor een duel met de Spanjaarden. FC Barcelona werd gecoacht door Louis van Gaal en bestond uit oud-Ajacieden zoals Michael Reiziger, Winston Bogarde, Patrick Kluivert en Frank de Boer.
Na de rust namen negen oud-Ajacieden de plaatsen in van de reguliere Ajacieden. Wat opviel was dat Ajax’ samengesteld team opvallend goed op elkaar was ingespeeld, veel kansen creëerde en uiteindelijk in de slotminuut met 2-2-gelijkspeelde. Dinsdag 6 april 1999 was een prachtige dag waarbij het wit-rood-witte-hart van iedere Ajacied sneller klopte.