In die tijd was de Nederlandse voetbalpiramide anders ingedeeld dan de hedendaagse Eredivisie. De teams speelden in vijf regionale competities. Ajax was in het seizoen 1933/1934 actief in de Eerste Klasse West I en stond ingedeeld bij Feyenoord, Sparta, Haarlem, ADO, 't Gooi, HFC, VSV, Hermes-DVS en ZFC. Uit de vijf competities (Noord, Zuid, Oost West I en West II) stroomden vijf winnaars door in een kampioenscompetitie die streden om het kampioenschap.
Reynolds' selectie
Ajax was tot op dat moment vier keer kampioen geworden van Nederland en de laatste landstitel dateerde uit het jaar 1932. De ploeg werd gecoacht door Engelsman Reynolds en bestond uit spelers als Wim Anderiesen sr., Piet van Reenen, Jan van Diepenbeek, Piet van Deijck, Wim Volkers, Bob ten Have, Henk Mulders en Jan Schubert.
Belangrijkste nieuwkomer was doelman Gerrit Keizer. Enkele jaren eerder was hij als jeugdspeler een paar keer ingevallen, maar daarna voor zijn werk in de groentehandel naar Londen gegaan. Daar meldde hij zich op de bluf bij Arsenal en keepte hij een aantal duels op het hoogste niveau. Keizer bleef in Londen wonen en was bereid (omdat Ajax met een keepersprobleem kampte) om af en toe naar Amsterdam te vliegen. Omdat Engeland op dat moment niet bij de FIFA was aangesloten, waren er geen reglementen die de dubbelfunctie tegenhielden. Keizer was een betrouwbare keeper die enig showwerk niet schuwde.
Lang seizoen
Het werd letterlijk en figuurlijk een lang seizoen. De afdelingscompetitie werd eenvoudig winnend afgesloten met zestien zeges en slechts twee nederlagen. Vooral de 7-1-zege op Feyenoord en de 5-4-overwinning op VSV waren spectaculair. De ‘titel’ werd in eigen huis tegen HFC na een 1-3-achterstand met 4-3 binnengehaald.
De strijd om het landskampioenschap, tegen de overige kampioenen uit Nederland, begon met een 9-1-zege tegen Heracles. Daarna ging het gelijk op met Willem II en KFC. KFC leek drie wedstrijden voor het einde op de titel af te stevenen: drie punten voor op de Amsterdammers en vier op Willem II. Ajax won van Willem II, maar verloor van Heracles. Omdat ook KFC niet foutloos was, moest de ontknoping op 1 juli vallen. Ajax won van het allang uitgeschakelde Velocitas met 3-1 en KFC en Willem II troffen elkaar in een rechtstreeks duel, waarin de ploeg uit Koog aan de Zaan voldoende had aan een gelijkspel.
De Tilburgers zegevierden sensationeel met 2-3 waardoor alle drie de ploegen op tien punten eindigden. Ajax had het beste doelsaldo, maar volgens de reglementen was dit in deze kampioenspoule niet doorslaggevend. Omdat de teams het seizoen graag wilde eindigden voordat het nieuwe alweer begon werd de apotheose in drie avonden afgewerkt met alle wedstrijden in het Olympisch Stadion.
Apotheose
Ajax (4-1) en KFC (2-1) wonnen op dinsdag en woensdag van Willem II waardoor de Amsterdammers op donderdag 26 juli 1934 genoeg hadden aan een gelijkspel tegen KFC. In een bloedstollend duel, met bijna 14.000 toeschouwers, stond de ploeg uit Koog aan de Zaan bij de rust met 2-0 voor. De Amsterdammers drongen na de rust aan en scoorden snel de aansluitingstreffer. KFC hield vervolgens stand en leek de eerste landstitel uit de clubhistorie te mogen vieren tot een minuut voor tijd. Ten Have kopte de bal in het doel en zorgde voor een explosie van vreugde bij de Ajax-supporters.
Het feest werd gevierd, maar een persoon ontbrak. De Engelse trainer Reynolds was er niet bij. De Brit had al tijden voor de kampioenswedstrijden een vakantie geboekt in Engeland en geen rekening meer gehouden op een eventuele titel. Die kwam er wel, maar niet met Reynolds langs de zijlijn. Het kampioenschap op de valreep betekende de vijfde landstitel in de historie van de wit-rood-witten.