Jensen maakte furore bij Borussia Mönchengladbach en Real Madrid voordat hij in 1979 naar Ajax kwam. Als opvolger van de vertrokken Ray Clarke scoorde Jensen direct twee keer tijdens zijn debuut bij Willem II. In zijn eerste seizoen werd Ajax kampioen en reikte de ploeg tot de halve finale van de Europa Cup I.
Het seizoen erop eindigde Ajax als tweede achter AZ. Na negen seizoenen in het buitenland vond Jensen het tijd om naar huis terug te keren. In twee seizoenen in Amsterdamse dienst speelde Jensen uiteindelijk 75 wedstrijden en maakte hij acht doelpunten.
Buiten zijn successen in Amsterdam won Jensen onder meer landstitels in Duitsland en Spanje en de UEFA Cup. Het winnen van landstitels in drie verschillende landen was in die tijd vrij bijzonder. Met de onthulling van het standbeeld wordt de Deense speler geëerd vanwege zijn elegante manier van speler en ter nagedachtenis aan de persoon die hij was.
De onthulling was drukbezocht in Denemarken. Onder de aanwezigen waren ook oud-teamgenoot van Borussia Mönchengladbach Allan Simonsen en Real Madrid-legende Emilio Butragueño.
Butragueño's eerste herinnering aan Jensen gaat ver terug. Al als dertienjarige zag hij de overleden Deense balvirtuoos in het stadion en toen hij zelf deel ging uitmaken van de club, ontmoette hij Jensen verschillende keren. "Ik heb genoten van zijn manier van zijn. Hij was een zeer innemend, kalm en serieus persoon en voor mij is het een genoegen om hier vandaag te zijn", zei Butragueño.