Op weg naar de interviewlocatie verwelkomt Swart Brian Brobbey al met de woorden ‘Ben je er klaar voor?’. "Zeker weten", krijgt Mister Ajax te horen van zijn stadsgenoot. Als de buitenspeler van weleer zegt dat hij erbij is, knikt de spits. "Dat is geen verrassing. U bent er altijd bij!"
De twee krijgen de kans elkaar vragen te stellen om het Cup-gevoel nog meer te laten opborrelen. "Wat maakt het spelen van een bekerfinale zo speciaal?", wil Brobbey weten. Daar weet Swart wel antwoord op. "Dat wil zeggen dat je alles hebt gewonnen. Dan kom je in de finale en die wil je winnen en na afloop met elkaar de beker aan de wereld laten zien. Ik heb ‘m vijf keer gewonnen, maar het blijft een feest."
'We gingen overal naartoe'
"Hoe vierden jullie dat dan?", vraagt Brobbey zich af. Swart: "Het was feest. We gingen overal naar toe. Eerst na de wedstrijd eten met de club. Dan gingen we zelf de stad in naar een of ander ding. De vrouwen gingen het laatste gedeelte niet mee, die hadden daar ook geen zin in."
Brobbey vraagt door en wil weten hoe hij zich optimaal kan voorbereiden. "Ik nam het hele elftal door van de tegenstander", legt Swart uit. "Ik keek hoe ik de linksback kon pakken. Hoe wapen ik me daartegen? Ik ging buitenom en dan kreeg jij de voorzet. Maar wat moet jij nog verbeteren om een topspits te worden, Brian?"
"Koppen en mijn linkerbeen", antwoordt de Ajax-spits. "En dat ik het langer kan volhouden."
"Maar dat is een kwestie van spelen", stelt Swart hem gerust. "Koppen is wel belangrijk. Dat je de juiste timing hebt. Maar je hebt er al een paar gemaakt. Alleen die ene tegen Feyenoord had je moeten maken, dat zijn de momentjes."
Krachtpatser
Zelf is Swart nog regelmatig actief op het veld. "Ik train vaak en ben fit, maar jij kan er ook wat van. Hoe word jij zo gespierd?"
"Het is een zege van God", stelt Brobbey. "Maar ik ben de laatste tijd ook wel vaak in de gym, ook voor mijn hamstring en buikspieren", antwoordt de twintigjarige huurling van RB Leipzig. "Die gewichten hadden wij niet hoor. Wij drukten ons honderd keer op." De ogen rollen haast uit de kassen van Brobbey. "Oja?! Dan bent u wel een krachtpatser! Zou u blij zijn met type Brobbey in uw team?"
Swart is lovend. "Ja, natuurlijk! Jij bent een spits die echt bij Ajax past. Wij hadden wel goede spitsen. Wij hadden Johan Cruijff, die kon wel wat."
"Wat is uw verwachting voor zondag?", vraagt zicht tot slot Brobbey af. "Ik denk 1-2." Daarin is Swart wat voorzichtig in de optiek van de huidige spits. "Of 3-0", corrigeert de jongeling hem. "Wat jij wilt. Ik hoop dat je echt succes hebt, ik gun het je van harte. Je bent jong en ik denk dat je een hele mooie carrière tegemoet gaat."