De Jong werd op 28 januari 1989 geboren in Zwitserland. Daar startte de middenvelder ook op vijfjarige leeftijd met voetballen. "Als klein jongetje begon ik met voetballen toen we nog in Zwitserland woonden. Dat was bij een kleine club. Op mijn zesde vertrokken we naar Nederland en daar begon ik direct bij een amateurclub. Je zag toen dat ik snel stappen maakte, maar niet met het idee voor een profcarrière. Als elfjarige werd ik gescout door De Graafschap. Daar heb ik vijf jaar gespeeld totdat Ajax vroeg of ik in Amsterdam wilde komen spelen. Een paar jaar voor mijn overgang toonde Ajax ook al interesse, maar toen besloot ik samen met mijn ouders om nog in Doetinchem te blijven."
Overstap
De middenvelder voelde zich gelijk thuis, maar besloot wel om te blijven wonen waar hij was opgegroeid. "Ik zou eigenlijk naar een gastgezin gaan en naar een school in Amsterdam. Die stap was lastig voor mij, ook omdat ik de ziekte van Pfeiffer kreeg. Toen heb ik besloten om in Doetinchem te blijven wonen."
"Gelukkig ging het goed op school, waardoor het reizen, school en voetbal makkelijk te combineren was. In de eerste twee jaar bij Ajax heb ik mijn VWO afgerond. Hoewel ik bijna vier uur per dag aan het reizen was, voelde het eigenlijk als een vorm van ontspanning voor mij. Het was iets waar ik nooit moeite mee had."
De Jong omschrijft zichzelf als een redelijk rustige jongen die in het veld wel duidelijk aanwezig was. Hij paste zich makkelijk aan en had een goede klik met zijn teamgenoten. "Ik begon in de B1, maar mocht tegen het einde van het seizoen al een paar wedstrijden meedoen met de A1. Ze stonden er goed voor en ik speelde zelfs mee in de kampioenswedstrijd. Met de A1 werden we ruim kampioen voor Feyenoord, terwijl het met de B1 minder goed ging. Het was voor mij heel speciaal en bijzonder dat ik toen al met die oudere jongens op het veld stond. En heel eerlijk, richting een paar jongens keek ik stiekem wel op."
Sterk team
Met een foto van het kampioenschap in zijn hand kijkt hij terug naar de teamgenoten van toen. Daar zaten een paar spelers bij, waarmee hij later in het eerste van Ajax nog successen wist te boeken. "Bij de A1 had je spelers als Jan Vertonghen, Gregory van der Wiel, Vurnon Anita, Donovan Slijngard, Rydell Poepon en John Goossens." Met een aantal jongens heeft De Jong soms contact. "Vertonghen was toen al echt goed, net als Van der Wiel. Deze foto ga ik trouwens naar Jan sturen", lacht hij.
"Javier Martina was heel snel en Anita was al eerder doorgeschoven. Ik trok veel met hem op. Je zag destijds al dat Goossens een hele goede trap had, toentertijd waren bepaalde kenmerken van die jongens al goed zichtbaar", vertelt hij verder.
Sonny Silooy was coach van de A1 in die periode. Volgens De Jong was het een hele ontspannen trainer, waarmee hij mooie dingen heeft beleefd. "De belangrijke wedstrijden en het kampioenschap waren het leukst. We zijn daarnaast met de A ook naar Japan geweest voor een toernooi. Ik maakte daar in de halve finale een hele goede goal door een stuiterende bal van afstand over de keeper te schieten."
Niet alleen op sportief vlak was het een mooie ervaring, maar ook alles daaromheen, stelt De Jong. "Iedereen werd de eerste dag ziek door het eten, we moesten daar echt aan wennen. Er lagen wat broodjes, maar bijvoorbeeld ook friet bij het ontbijt. Toen aten we volgens mij allemaal alleen maar witte bolletjes met jam. Het was best lastig om daar te kunnen eten wat we gewend waren. We zijn daar toen ook nog naar het atoommuseum geweest, het was een mooie ervaring."
Talent van de Toekomst
Toen de middenvelder officieel in de A1 zat ontving hij de 'Sjaak Swart' trofee (nu de Abdelhak Nouri trofee). "Ik behaalde mijn vwo-diploma en ik ontwikkelde me goed sinds mijn overstap van De Graafschap. Ook het reizen in combinatie met voetbal en school ging mij goed af. Al met al maakte ik destijds een mooie vooruitgang, wat mogelijk heeft bijgedragen aan het ontvangen van die prijs. Ik heb de beker nog steeds en volgens mij staat hij bij mijn ouders thuis."
Na zijn goede prestaties op het veld ging het snel met de latere nummer tien van Ajax. Nadat hij officieel in de A1 zat, mocht hij snel door naar Jong Ajax. Daarna werd hij ook snel geselecteerd voor het eerste elftal. "Ik herinner me nog een wedstrijd met Jong Ajax waarin ik werd gewisseld tijdens de rust. In eerste instantie wist ik niet waarom, maar later vertelden ze me dat ik de volgende dag mee moest naar Zagreb met Ajax 1. Ik regelde een pak, verzamelde mijn spullen en een dag later vloog ik mee naar Kroatië. In het stadion trainde ik vervolgens pas voor het eerst mee met de jongens. Daarna kwam ik er vrij snel bij."
In de stappen richting het eerste had De Jong veel aan de mensen om zich heen. Van trainers tot teammanagers; ze hebben er allemaal voor gezorgd dat hij deze ontwikkeling kon doormaken. Veelal werd er geloof en vertrouwen uitgesproken. Uiteindelijk kende de middenvelder zijn grootste successen met Frank de Boer, waarin het behalen van de derde ster het toppunt was.
Traineeship Ajax
Ondertussen heeft De Jong zijn schoenen aan de wilgen gehangen, maar is hij wel terug bij de Amsterdammers. De Ajacied ondergaat een traineeship binnen de club. "Ik ben aan het kijken wat mijn volgende stap wordt. Ik hoop binnen Ajax op andere vlakken waardevol te zijn. Het is een ontdekkingsreis voor me. Hoewel ik al veel op de ArenA ben geweest, ben ik ook nieuwsgierig naar de jeugdopleiding. Ik bereid me voor op een volgende stap in mijn carrière en Ajax biedt me veel kansen. Tot nu toe heb ik veel geleerd en gaat het goed. Het is een geweldige kans waar ik veel mee bezig ben", sluit hij af.