Aslan speelde dertien jaar bij Ajax, waarna hij nog heeft gespeeld bij Helmond Sport, in Turkije, bij FC Emmen en vervolgens nog op amateurniveau. Bijl speelde tien jaar bij Ajax, tot en met de O19. Daarna zat hij nog twee jaar bij NEC, om vervolgens richting het amateurvoetbal te gaan. "In de tijd bij NEC begon ik al met mijn trainerscarrière. Toen gaf ik al wat teams en keepers training", somt Bijl op.
Tijd in de jeugd
"Het waren de mooiste jaren die ik me als kind kon wensen. Ik kwam hier op zevenjarige leeftijd, toen de Toekomst werd geopend. Je krijgt van alles en je weet dat Ajax in Nederland heel groot is. Maar pas wanneer ik destijds speelde op internationale toernooien, merkte ik hoe groot de club daadwerkelijk is. Iedereen komt naar Ajax kijken. Ik denk dat je als kind niks anders zou willen dan bij Ajax spelen", aldus Aslan.
Ook Bijl kijkt positief terug op zijn tijd in de jeugd bij Ajax. "Fantastisch. Ik heb een hele mooie tijd gehad, waarin ik met hele goede trainers heb kunnen werken, leuke teamgenoten had en geweldige toernooien en wedstrijden heb mogen spelen. Ik kijk altijd met veel plezier en warmte terug op deze periode. Mijn mooiste herinnering is de Future Cup, waarin ik tegen FC Barcelona twee penalty's tegenhield en zelf de winnende maakte."
"Als je bij Ajax 1 wilt spelen, moet je echt bijzonder zijn. Ik was goed, maar niet bijzonder. Dat was voor mij de reden dat ik het eerste niet heb gehaald", legt Aslan uit. "Ik was keeper en uiteindelijk niet groot genoeg om de top te halen. Daarom heb ik er bewust voor gekozen om trainer te worden. Ik wilde altijd als speler zelf de Champions League halen, maar toen ik erachter kwam dat het moeilijk zou gaan worden had ik me ingesteld om het te bereiken als trainer. Daar ben ik nu dagelijks druk mee bezig", vertelt Bijl.
Trainerscarrière
"Het gevoel om trainer te worden kwam voor mij pas in Turkije. Toen was ik het niet eens met de manier hoe het ging en dacht ik bij mezelf dat ik het anders zou doen. Op dat moment kreeg ik het gevoel om trainer te willen worden. Op dit moment ben ik assistent-trainer bij de O16, met als hoofdtrainer Bijl. De samenwerking gaat goed. We kennen elkaars goede punten, maar ook de punten waar we elkaar juist mee moeten helpen. Tot nu toe gaat het goed", laat Aslan weten.
"Hij heeft een Amsterdamse arrogantie en dat bedoel ik positief. Stan wil altijd de beste zijn en straalt dat ook uit op het team. Hij gelooft in doelen die misschien onmogelijk lijken en probeert dit ook over te dragen op de spelers."
Ook Bijl is positief over de samenwerking met zijn collega. "Hij is super enthousiast, gedreven en zeer betrokken. Dat is voor mij als hoofdtrainer erg fijn, want daardoor neemt hij mij werk uit handen of komt hij met goede dingen waar ik wat aan heb. Verder is Aslan verdedigend sterk, vanuit zijn eigen tijd als voetballer. We kunnen hem goed bij ons team gebruiken."
Kwaliteiten
"Ik ben vooral met de spelers individueel heel goed. Dat is bijvoorbeeld de plannen maken van hoe gaan we spelers naar een hoger level brengen. Verder kan ik mijn visie goed overbrengen aan de hoofdtrainer. Daarnaast ben ik echt een teamspeler, waarmee ik anderen probeer te ondersteunen in dingen waar zij minder goed in zijn. Wat ik vooral kan leren van Stan is meer lef tonen. Een voorbeeld hiervan is dat ik vaker nieuwe oefeningen kan uitproberen op trainingen in plaats van vaker dezelfde opdracht te doen", legt Aslan uit.
"Ik probeer de spelers te laten beseffen dat elke dag een stap is om beter te worden. Ze moeten hierheen komen met een bepaald doel. Verder probeer ik ook mijn ervaring in het verdedigen over te geven aan de groep. Het is geweldig om als trainer bezoek te krijgen van Ronald de Boer, John Bosman of Jan Wouters. De feedback die we van hen krijgen is heel erg waardevol voor ons", sluit de assistent-trainer af.