Van Gaal: 'Ik ben trots op Ajax'

Louisvangaal1920
Louisvangaal1920

Ajax en Louis van Gaal zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Speciaal vanwege het 125-jarig jubileum van de club deelt erelid Van Gaal zijn mooiste herinneringen. "De gouden tijden heb ik van dichtbij meegemaakt. Dat maakt je wel tot Ajacied."

Tags

  • #Ajax125
  • #VanGaal

Socials

Het gesprek over 125 jaar Ajax vindt precies een maand voor de verjaardag van de club plaats. Van Gaal (73) neemt de tijd om de club te beschouwen en daarbij vooral zijn vele persoonlijke herinneringen aan Ajax te delen. De adviseur van de Raad van Commissarissen heeft het druk met jubilerende clubs, want Bayern München bereikte eind vorige maand dezelfde mooie mijlpaal. Hij was er drie dagen op uitnodiging van de Duitse club, net zoals hij zich medio maart rond de verjaardag van Ajax in de festiviteiten heeft gemengd. 

"Het is geweldig dat een club 125 jaar kan bestaan. En dat op het hoogste niveau. Ik vind het nogal wat. Mijn clubs Ajax, Bayern en FC Barcelona (van eind 1899, red.) zijn toevallig allemaal opgericht rond dezelfde periode. Mooi om bij dat soort grote clubs gewerkt te hebben. Als je meer dan honderd jaar zoveel impact hebt op fans, dan mag je daar heel trots op zijn. En ik ben heel trots op Ajax. Maar ook op Bayern en Barça."

Wat is uw eerste herinnering aan Ajax?

"Mijn eerste herinnering aan Ajax is het elftal waarin Henk Groot destijds speelde. Hij was mijn grote idool, een fantastische voetballer in die tijd. Ik had posters van Henk Groot op mijn kamer. Dat ik hem zo goed vond, had alles te maken met zijn kwaliteiten als goalgetter (207 treffers in 305 officiële duels voor Ajax, red.). Hij was in die tijd ook vaak topscorer, terwijl zijn broer Cees Groot spits was. Maar Henk was toch degene die de meeste doelpunten maakte, vooral met zijn hoofd."
 
Wat betekent het voor u om Ajacied te zijn?

"Ik ben geboren in Amsterdam-Oost en Ajax was in mijn jongste jaren al een van de belangrijkste clubs van Nederland. Toen nog niet van Europa, dat kwam later. Het is daarom denk ik dat ik destijds voor de club Ajax koos omdat ik in de Watergraafsmeer geboren ben. DWS en Blauw-Wit waren natuurlijk ook Amsterdamse clubs, maar die waren niet van het niveau Ajax."

"Het was voor mij als jonge jongen makkelijk om op de fiets naar 'De Meer' te gaan. Zo ging ik geregeld bij trainingen kijken van Rinus Michels. Ik wist al vroeg dat ik gymnastiekleraar wilde worden, dus vandaar dat Michels vanwege diezelfde achtergrond ook mijn voorbeeld was. Ik ben weleens langs zijn huis geweest om een handtekening te halen. Later heb ik ook veel gesprekken met Michels gehad. Ik heb in een tijd geleefd dat Ajax meerdere malen achter elkaar Europees kampioen werd en onder mijn leiding gebeurde dat in de jaren negentig nog een keer opnieuw. Die gouden tijden heb ik van dichtbij meegemaakt. Dat maakt je wel tot Ajacied."

Nog even terug naar die beginjaren. Zat u ook op de tribune bij wedstrijden?

"Ik ging bijna altijd naar de thuisduels in De Meer. Jongenskaartjes kostten toen nog twee kwartjes. Van dat geld kon ik echter ook een paar repen kopen, dat had ik liever. Ik glipte daarom toen altijd achter de kaartjescontroleur langs, daar was ik wel een expert in. Ik wist precies over welk slootje ik kon springen. De zogenaamde jongenstribune was altijd aan de kant Diemenzijde. Maar ik wilde eigenlijk aan de overkant Stadszijde zitten, want daar vielen de meeste doelpunten."

Uiteindelijk werd u speler van Ajax.

"In 1971 kwam ik bij Ajax terecht. Dankzij mijn idool Henk Groot nota bene. Het lijkt wel toeval. Hij was een van de mensen die destijds zei dat ze mij moesten kopen van amateurclub RKSV De Meer (waar Van Gaal topscorer was en kampioen van Amsterdam werd, red.). Ajax nam me voor 3.000 gulden over van de club waar mijn vader voorzitter van is geweest en al mijn broers en ik in het eerste elftal hebben gespeeld."

"Bij Ajax kwam ik in het tweede team, het zogenaamde B-team, terecht. Ik speelde eerst in de spits, maar daar was ik vanwege mijn gebrek aan snelheid eigenlijk helemaal niet geschikt voor. Ik kon heel goed voetballen, maar was niet snel. In mijn eerste seizoen was Han Grijzenhout mijn trainer."

"Daarna kwam Bobby Haarms. Hij is mijn belangrijkste trainer geweest, want Bobby heeft me destijds duidelijk gemaakt dat ik als speler veel te traag was voor topvoetbal, en daarmee dus ook het eerste elftal van Ajax. Dat vond ik knap dat hij dat zo onder woorden kon brengen. Hij werd later in de jaren negentig een van mijn assistenten bij Ajax. Eigenlijk ook ongelofelijk, dat ook die cirkel weer rond was."

De tijd waarin u Ajax-speler was, was een bijzondere. Ajax werd driemaal op rij de beste van Europa en won de Wereldbeker. Hoe beleefde u dat als speler van Ajax B?

"Ik maakte het allemaal van heel dichtbij mee. Als speler van het tweede elftal ging mijn status ook omhoog. Dat merkte ik bijvoorbeeld op de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) waar ik toen studeerde. Er waren studiegenoten die bij stadsgenoot en Eredivisieclub DWS in het eerste elftal speelden, maar mijn status was toch hoger. En dat terwijl ik de jongste op de academie was. Maar ik zat wel bij Ajax."

In hoeverre heeft Ajax u als voetballer, trainer en mens gevormd?
"Dankzij mijn ALO-opleiding en opvoeding ben ik geworden wie ik ben. Niet door Ajax. De ALO heeft me op elk gebied gevormd. Vanuit de praktijk als voetballer en de lessen  op de ALO zoals  filosofie, psychologie en pedagogiek tot een voetbalvisie en een wijze van leidinggeven en coachen. Vanuit die achtergrond heeft mijn trainersvisie zich ontwikkeld."

"Het totale mens-principe is daarin heel belangrijk geweest. Dankzij die benadering, waarbij niet alleen de voetbal kwaliteit maar ook de mens achter de voetballer een voorname rol speelt, heb ik heel veel succes gehad in mijn carrière als voetbaltrainer. Daar ben ik honderd procent van overtuigd. Dat wil zeggen dat ik spelers vanuit hun kracht laat voetballen door niet alleen naar hun kwaliteiten als voetballer te kijken, maar ook naar hun persoonlijke voorkeur luisterde om vervolgens te kijken of dat binnen het elftal paste."

"In mijn tijd als trainer van Ajax heb ik spelers die in de eigen jeugd op posities 5, 6, 7, 10 en 11 speelden op andere posities gezet zoals bijvoorbeeld Reiziger van 10 naar 2. En linkerspits Davids 11 werd bij mij linkshalf op 8. Dennis Bergkamp speelde onder Johan Cruijff als rechterspits 7, maar ik heb hem op 10 gezet. Frank de Boer ging van linksback 5 naar het centrum van de verdediging op 4. En zo kan ik nog wel even doorgaan."

"Op die manier werkte ik niet alleen bij Ajax, maar later ook bij Bayern München en FC Barcelona. Het systeem en de opstelling worden uiteindelijk bepaald door de kwaliteit van de spelersgroep en de visie van de coach."

Van kleine jongen die bij De Meer over een slootje sprong tot anno 2025 adviseur van de RvC. Ajax loopt als een rode draad door uw leven. Hoe is het om nog steeds betrokken te zijn?

"Er liggen geweldige herinneringen bij Ajax. Van mijn jeugdherinneringen tot de gouden jaren zeventig waarbij ik als speler van het tweede elftal van dichtbij kon zien wat er allemaal voor nodig was om tot die successen te komen. En later natuurlijk als trainer in de jaren negentig toen we onder mijn leiding alle nationale en internationale prijzen wonnen. Als adviseur van de RvC is dit nu eigenlijk weer een nieuwe periode waarin ik met de club te maken heb. Een periode waarin ik Ajax help om weer op de goede weg te komen."

Gerelateerde artikelen

Sjaakswartclose1920

Als Ajax jarig is, is Sjaak dat ook een beetje: 'Rasechte'

Sjaak Swart zit op zijn welbekende plek in de kantine van sportcomplex de Toekomst. Achterin, aan een ronde tafel. Hij heeft een eigen notitieboekje voor zijn neus. Met potlood opgeschreven ligt in keurig handschrift het resterende programma van Ajax voor zijn neus. Ondertussen is Jong Ajax klaar met trainen en komen enkele talenten ‘Meneer Swart’ een hand geven. "Mooi hè?", knikt Mister Ajax tevreden.

Tags

  • #Ajax125
  • #Swart

Socials

Danny Blind 1920

Blind: 'Juist omdat je van de club houdt, ben je ook kritisch'

Ajax loopt als een rode draad door het leven van Danny Blind. En vice versa. De captain van het Ajax uit de gloriejaren '90 is nog altijd nauw bij zijn club betrokken. In de week van het 125-jarig jubileum verklaart hij zijn liefde voor Ajax.

Tags

  • #Ajax125
  • #Blind

Socials

Siem De Jong 1920

De man van 15 mei: '1995 heeft mij geïnspireerd’

In het kader van 125 jaar Ajax komt Siem de Jong aan het woord: de man van 15 mei 2011, de man van Ajax' derde ster. Hij vertelt over zijn liefde voor de club, het mooiste Ajax-moment en de doelen in de toekomst. "Op zo'n manier met elkaar werken en een ultiem doel hebben is voor mij heel bijzonder in de geschiedenis van Ajax."

Tags

  • #Ajax125
  • #DeJong

Socials